Sinds 1 januari van dit jaar (2020) is er een nieuw wetsartikel in werking getreden. Dit artikel ziet op ‘strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen,’ artikel 5a Wegenverkeerswet (WVW). Dit artikel is ingevoerd omdat er een groot verschil in strafmaat bestaat voor iemand die slachtoffers maakt bij zeer gevaarlijk rijgedrag en iemand die met hetzelfde roekeloos rijgedrag door een gelukkig toeval niemand letsel toebrengt.
Artikel 5a Wegenverkeerswet: de gevolgen
De gevolgen voor de gemiddelde burgers zijn groot en niemand realiseert zich dat goed, zo lijkt het. De bekendheid van dit nieuwe artikel lijkt namelijk nihil te zijn. Let wel: strafbaarheid kan met artikel 5a WVW in de hand al snel worden aangenomen. Dat betekent dat de gemiddelde burger / bestuurder sneller verdachte kan worden van een ernstig strafbaar feit. We spreken immers over een misdrijf.
Wanneer is er sprake van een misdrijf?
Dat kan al wanneer iemand tijdens het rijden opzettelijk zijn mobiele telefoon vasthoudt, de maximumsnelheid aanzienlijk overschrijdt, rode lichten negeert of zich op de verkeerde weghelft begeeft, terwijl zeer goed voorstelbaar is dat een (dodelijk) ongeval had kunnen plaatsvinden. Zodra de officier van Justitie meent dat daar sprake van is, kun je als verdachte van een misdrijf worden aangemerkt. Dat kan heel vervelende gevolgen hebben. Denk aan arrestatie, een verdachtenverhoor, ontzegging van de rijbevoegdheid, een strafblad en gevolgen voor je VOG.
Voorbeeld gevaarlijk rijgedrag
Concreet voorbeeld: als iemand zonder rekening te houden met andere weggebruikers (veel) te hard rijdt bij gevaarlijke kruisingen, kan sprake zijn van overtreding van artikel 5a WVW. Er moet dan wel levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander zijn geweest. In dat geval wordt een misdrijf gepleegd waarvoor een maximum gevangenisstraf van twee jaren geldt. In dit voorbeeld blijft dit gevaarlijke rijgedrag zonder gevolgen. Dan kan dus (alleen) een veroordeling wegens artikel 5a WVW volgen.
Roekeloosheid
Maar als een ander daadwerkelijk wordt gedood of als aan een ander letsel wordt toegebracht, dan wordt er, net als nu, vervolgd voor artikel 6 WVW of voor (poging) doodslag. Maar er is wel een verschil. De wetgever heeft namelijk een koppeling aangebracht tussen artikel 5a WVW en artikel 6 WVW. In de zin dat alle gedragingen die in artikel 5a WVW worden genoemd, leiden tot de conclusie dat er sprake was van roekeloos rijgedrag. Hiermee wordt het begrip roekeloosheid opgerekt tot veel meer gevallen dan die nu onder dit begrip worden geschaard.
Bescherming door de Hoge Raad
De Hoge Raad stelt sinds 2012 strikte eisen aan het bewijs van roekeloosheid. Dat heeft de Hoge Raad gedaan, omdat een veroordeling voor roekeloos rijden met slachtoffers als gevolg, kon leiden tot een hele hoge gevangenisstraf, vergelijkbaar met misdrijven die opzettelijk worden gepleegd. De Hoge Raad wilde de burger dus beschermen tegen al te lichtvaardig opgelegde hoge straffen.
Strafmaat
Als het uw zoon of dochter is die het leven laat bij een verkeersongeval, is geen straf hoog genoeg voor de bestuurder die dat heeft veroorzaakt. De rechter voelt dat, maar moet wel goed motiveren waarom hij dan een heel hoge straf oplegt. Dat gebeurde niet altijd en dan greep de Hoge Raad in. Dat de Hoge Raad een goede motivering vereiste, leidde volgens de wetgever echter vaak tot onbegrip en onvrede bij slachtoffers. Daarom is de Wet nu aangepast. Goed nieuws voor slachtoffers en nabestaanden wellicht, maar slecht nieuws voor de gemiddelde burger en bestuurder van een auto. Bijna niemand gaat immers ’s morgens de weg op met de gedachte om iemand dood te rijden…
Vasthouden mobiele telefoon is ernstig verwijtbaar
In de nieuwe wet is het vasthouden van een mobiele telefoon expliciet opgenomen als één van de ernstige verkeersgedragingen die strafbaar zijn volgens artikel 5a WVW. Op overtreding van dit artikel staat een strafmaximum van twee jaar. Gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden waardoor een ernstig ongeval is veroorzaakt kan nu zelfs leiden tot een veroordeling wegens roekeloos rijgedrag met ernstige gevolgen. Hier staat een strafmaximum op van zes jaar gevangenisstraf! Er zijn maar weinig mensen die zich dat realiseren en er zijn waarschijnlijk nog minder mensen die zich realiseren dat hun gedrag in het verkeer nu sneller strafbaar is als misdrijf, met alle gevolgen van dien.
Ik word verdacht, wat nu?
Als u wordt verdacht van overtreding van artikel 5a WVW is er nog zeker wel het nodige te doen. Artikel 5a WVW is alleen van toepassing als verkeersregels opzettelijk en ‘in ernstige mate’ worden geschonden. De vraag is natuurlijk wanneer dat zo is. En ook de vraag wanneer er door een gedraging levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel bestaat, is niet eenvoudig te beantwoorden.
Bovendien wijst de Minister er in de Memorie van Toelichting op dat het verrichten van één gedraging niet voldoende is voor een overtreding van artikel 5a WVW. Maar de vraag is dan hoeveel gedragingen iemand moet verrichten om schuldig te zijn aan overtreding van artikel 5a WVW. Verder kan er ook sprake zijn van gedragingen die door onoplettendheid zijn verricht, terwijl deze opzettelijk lijken. Bijvoorbeeld omdat u tijdens het rijden onwel werd, omdat de persoon op wie u zeer dicht reed ineens invoegde of omdat u het bord met de maximumsnelheid over het hoofd hebt gezien. De Rechter zal meer duidelijkheid moeten geven over de reikwijdte van deze nieuwe bepalingen.
Hulp van een advocaat
Wordt u verdacht van overtreding van 5a WVW? Dan is het verstandig om contact op te nemen met een advocaat van ons kantoor. Wij kunnen u adviseren en indien nodig, bijstaan ter zitting. Zo voorkomt u erger. U kunt altijd vrijblijvend contact met ons opnemen. Bij spoed vindt u op de advocatenpagina ook onze mobiele telefoonnummers.