Op 19 februari jl. heeft het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) bepaald dat de ING de persoonsgegevens van een vrouw uit de Gebeurtenissenadministratie en het IVR moet verwijderen. De vrouw, die verdacht werd van fraude met een bankafschrift, is volgens het Kifid namelijk ten onrechte in die registers geplaatst.
Wat is er precies gebeurd?
De ING nam de persoonsgegevens van een vrouw op in de Gebeurtenissen-administratie en het Interne Verwijzingsregister van de bank. Zij zou namelijk betrokken zijn bij fraude met een kredietaanvraag voor een lease-auto. De vrouw in deze zaak wilde een bepaalde auto leasen. Deze auto bleek verkocht. Het autobedrijf had wel een andere auto. De vrouw liet een rekeningafschrift van haar betaalrekening bij het autobedrijf achter, zodat het autobedrijf een kredietaanvraag kon doen voor die andere (lease-)auto. Het door het autobedrijf overgelegde rekeningafschrift voor de kredietaanvraag bleek echter vervalst te zijn. Zo kwam de zaak aan het rollen.
Was de vrouw betrokken?
De vraag in deze zaak was of voldoende vastgesteld kon worden dat de vrouw bij het vervalsen van het rekeningafschrift betrokken was. Haar verweer was namelijk dat zij het bankafschrift niet had vervalst en dat zij het originele exemplaar bij het autobedrijf had ingeleverd. Zij vorderde daarom verwijdering van haar persoonsgegevens uit de registers. Zij stelde dat het rekeningafschrift moet zijn vervalst nadat zij dit aan het autobedrijf had gegeven. De vrouw deed bij de politie ook aangifte van valsheid in geschrifte door (iemand van) het autobedrijf.
Standpunt ING
De ING stelde zich op het standpunt dat het onwaarschijnlijk was dat het autobedrijf zonder medeweten en toestemming van de vrouw het rekeningafschrift zou hebben vervalst. Het autobedrijf zou daar volgens ING geen belang bij hebben. De ING meende dat de vrouw juist wél belang had bij de vervalsing van de bankafschriften. Zo kon zij namelijk het krediet voor de aanschaf van een auto krijgen. De ING stelde voorts dat de rekeninghouder verantwoordelijk is en blijft voor haar eigen documenten en gegevens. Volgens de ING geldt dit ook wanneer de gegevens aan derden worden verstrekt, zoals hier het geval was. De ING bleef dan ook volhouden dat zij de persoonsgegevens van de vrouw terecht had geregistreerd. ING deed de registratie in de Gebeurtenissenadministratie en het Interne Verwijzingsregister voor de duur van acht jaren (!).
Oordeel Kifid
Het Kifid oordeelde (terecht) dat de betrokkenheid van de vrouw bij de fraude niet vast stond. Gezien de argumenten van de vrouw meende het Kifid dat van de ING verwacht had mogen worden dat zij onderzoek zouden verrichten naar de rol van het autobedrijf. Dit heeft de ING niet gedaan. Nu de ING dit heeft nagelaten kan niet worden uitgesloten dat het autobedrijf zonder medeweten van de vrouw het rekeningafschrift heeft vervalst.
Belang autobedrijf
Het Kifid meende dat niet alleen de vrouw belang had om het krediet te verkrijgen. Ook het autobedrijf had een belang omdat het autobedrijf een commissie zou ontvangen wanneer het krediet zou worden verstrekt. Kortom: er kon niet vastgesteld worden dat de vrouw door middel van fraude met een rekeningafschrift een krediet had aangevraagd. De ING is daarom verplicht de persoonsgegevens van de vrouw uit het IVR en de Gebeurtenissenadministratie te verwijderen.
Conclusie
Dit is goed nieuws en bevestigt bevindingen uit een eerder blog waarin is aangegeven dat er een tendens is waar te nemen waarin financiële instellingen alle omstandigheden van een zaak bij de besluitvorming moeten betrekken. Zeker als het gaat om zulke ingrijpende maatregelen. Het loont dus om een klacht in te dienen bij bijvoorbeeld het Kifid, wanneer u onterecht wordt verweten betrokken te zijn bij fraude. Wilt u naar aanleiding van dit blog meer weten of wilt u advies? Bel dan geheel vrijblijvend met een van onze advocaten.