In een recente uitspraak van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 19 maart 2024 komt een belangrijke kwestie aan de orde die betrekking heeft op het verschoningsrecht van een huisarts. De zaak speelde in een familierechtelijke context. Deze zaak belicht de delicate balans tussen het recht op vertrouwelijkheid van patiëntgegevens en de behoefte aan waarheidsvinding in juridische geschillen.
De kern van het geschil
De zaak betrof een huisarts die gevraagd was te getuigen in een familierechtelijk geschil. De huisarts gaf echter aan zich te beroepen op haar verschoningsrecht. Dat is een juridische mogelijkheid die medische professionals het recht geeft om informatie over hun patiënten vertrouwelijk te houden. De huisarts stelde dat zij om die reden niet verplicht was te verschijnen voor de rechtbank.
De beslissing van het hof
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch was het niet eens met deze redenering en besliste dat de huisarts toch moest verschijnen. Het hof benadrukt dat het verschoningsrecht niet absoluut is. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarbij het recht om te zwijgen moet wijken voor een zwaarwegend belang, zoals het belang van waarheidsvinding in een rechtszaak.
Het hof voegt hieraan toe dat het mogelijk is dat de huisarts een verklaring aflegt over bepaalde feiten zonder dat hiermee de vertrouwelijkheid van patiëntgegevens wordt geschonden. Dit betekent dat bij het verhoor van de huisarts per vraag beoordeeld wordt of het antwoord binnen de grenzen van het verschoningsrecht valt.
De implicaties van de uitspraak
Deze uitspraak heeft verstrekkende implicaties voor de praktijk van medische professionals en hun omgang met patiëntinformatie in juridische procedures. Het benadrukt dat het verschoningsrecht niet geheel ondoorbreekbaar is. Er zijn situaties waarin medische professionals verplicht zijn om te getuigen. Of in ieder geval om te verschijnen. Dat voert de druk op de arts op en maakt goede bijstand tijdens het verhoor belangrijk. Mede omdat doorbreking van het beroepsgeheim strafrechtelijk, tuchtrechtelijk maar ook civielrechtelijke gevolgen kan hebben.
Daarnaast zorgt deze beslissing ervoor dat rechtbanken in de toekomst zorgvuldiger moeten afwegen tussen het recht op privacy van patiënten en de noodzaak van waarheidsvinding in een zaak. Dit kan leiden tot meer complexe juridische vraagstukken rondom de toepassing van het verschoningsrecht in verschillende soorten zaken.
Conclusie
De beslissing van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch betekent dat medische professionals goed moeten nadenken over wanneer zij hun geheimhoudingsplicht kunnen doorbreken en wanneer zij juist verplicht zijn om de vertrouwelijkheid te bewaren. Zonder goede rechtsbijstand tijdens een verhoor is dat bijna onmogelijk.
Hebt u als medische professional vragen over deze uitspraak of heeft u juridische begeleiding nodig? Neem vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde advocaten Anne Marie de Koning of Robert-Jan van Eenennaam. Een eerste gesprek is altijd gratis.